Parochie van Sint-Martinus, toren, klokken, kerkgebouw en interieur
Stads- en kerktoren, stads- en kerkklokken
Frank Steijns, 'De Weerter beiaard : een ontstaansgeschiedenis in fasen'.
In: Klok en Klepel 57 (1996) 4 - 8.
Inhoud: Sluit aan bij het voorgaande artikel van Arie Abbenes. Beschreven wordt de totale renovatie van het vier jaar oude carillon, de vervanging van de twee historische luidklokken, de replica in de kerk, de computersystemen en verlichting, de inmiddels weer verdwenen video-verbinding en afgesloten wordt met aandacht voor de tractuur en het nieuwe klavier.
Arie Abbenes, 'Sint-Martinus-beiaard in Weert voltooid'.
In: Klok en Klepel 49 (1992) 36 - 37.
Inhoud: Korte beschrijving van het gehele carillon.
Gerard H. M. Holt, 'De toren van Weert opnieuw in het licht'.
In: Forum : maandblad voor architectuur en gebonden kunsten 7 (1952) 335 - 337 en 340 - 348.
Inhoud: Geeft een nieuwe beoordeling over de diverse torenontwerpen, gezien het uitzonderlijke karakter van de prijsvraag voor een nieuwe torenbekroning.
'Prijsvraag torenbekroning Weert'.
In: Forum : maandblad voor architectuur en gebonden kunsten 7 (1952) 71 -72.
Inhoud: Geeft een algemene beoordeling en een kort overzicht van de ingezonden torenontwerpen.
Antoon van Kranendonk, 'Het resultaat van de prijsvraag voor een torenbekroning te Weert’.
[Jury], 'Rapport over de projecten, ingezonden op de prijsvraag voor het maken van een voorlopig ontwerp voor de afbouw van de St. Martinustoren te Weert'
In: Katholiek bouwblad 19 (1952) 161 - 168.
Inhoud: Een beschouwing over de prijsvraag met het resultaat en het rapport van de jury.
'Programma voor de prijsvraag voor het maken van een voorlopig ontwerp voor de afbouw van de St. Martinus toren te Weert'.
In: Katholiek bouwblad 18 (1951) 255 - 256.
Inhoud: Voorwaarden voor deelneming aan de prijsvraag.
Mathieu de Haan, 'De toren der St. Martinuskerk .... een zingende toren!'
In: Katholiek bouwblad 18 (1951) 245 - 246 en 248.
Inhoud: Na een lofzang op de Weerter muziekcultuur van vlak na de Tweede Wereldoorlog volgt een beschrijving van het nog aan te schaffen carillon of beiaard. Deze zal bestaan uit 3 octaven met 35 klokken, volgens de bijgevoegde gespecificeerde lijst. De vier bestaande luidklokken (zie artikel Henkens, klik hier) zullen de basis voor dit carillon vormen. Als aanzet voor een 4-octaafsbeiaard met 47 klokken werd in 1959 opdracht verstrekt voor het gieten van 39 klokken.
Jan Henkens, 'Verslag van de opbouw van de Weerter toren 1887-1889'.
In: De Maasgouw : tijdschrift voor Limburgse geschiedenis en oudheidkunde 90 (1971) 183-195.
Inhoud: Samenvatting van een uitvoerig verslag van deken Custers over de verhoging van de toren van de Sint-Martinuskerk met de daarbij behorende problemen.
Jan Henkens, 'De klokken van St. Martinus'.
In: Katholiek bouwblad 18 / nr.16 (1951) 246 - 248.
Inhoud: Geeft de geschiedenis van de vier klokken van Weert. Twee klokken stammen uit 1949 en zijn ter vervanging van de twee die tijdens de Tweede Wereldoorlog geroofd zijn. Een klok is van Alexis Julien (klik hier) uit 1692, hergoten in 1912 door Omer Michaux uit Leuven. De oudste uit 1376, hergoten door Julien in 1692. Tot de overdracht van de toren door de gemeente aan het kerkbestuur van Sint-Martinus waren de klokken gemeente-eigendom.
Jan Henkens, 'De 3 bouwfasen en de 4 gezichten van de Weerter St. Martinustoren'.
In: Weert in woord en beeld. Jaarboek voor Weert 1987 2 (1987) 77-94.
Inhoud: Bouwkundige typering van de eerste gemeentelijke toren, die in 1528/1529 gereedkwam. De tweede bouwfase van 1887-1889 komt uitvoerig aan bod, evenals het ontwerp en het bouwen van de nieuwe kerktoren in 1958/1959. Kort beschreven worden de toen door beeldhouwer Van Dongen aangebrachte symbolische voorstellingen; het omwaaien van de toren in 1940, evenals een beschrijving van de kerkklokken en carillon.
Kerkgebouw en interieur
'Het hoogaltaar der kerk van Weert'.
In: De Maasgouw : orgaan voor Limburgsche geschiedenis, taal- en letterkunde 8 (1886) 75.
Inhoud:Toestemming van F.L Sanguessa, bisschop van Roermond in 1739 om gelden in te zamelen voor een nieuw hoogaltaar van de hand van architect G.I. Kerricx te Antwerpen.
[A. Flament], 'Eene triptiek in de parochiekerk te Weert '.
In: De Maasgouw : orgaan voor Limburgsche geschiedenis, taal- en letterkunde 15 (1893) 15.
Inhoud: Triptiek van Georgius Bruns uit Roermondvan 1602, ten onrechte toegeschreven aan Abraham Bloemaert
P. Doppler, 'Bijdragen tot de herstellingen der kerk van Weert in de 17e eeuw'.
In: De Maasgouw : orgaan voor Limburgsche geschiedenis, taal- en letterkunde 22 (1900) 81-82.
Inhoud: Regels voor de verhoging van de lycoop (opslag) van 2% naar 3% ten behoeve van de nodige reparaties aan de kerk.
H.J.M.E. Mathijsen, Grafstenen in de zuidbeuk van de Sint-Martinuskerk (Weert 1980) [7 blz.].
Inhoud: Beschrijving van de veelal afgesleten zerken
J. Belonje, 'Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Limburg : met een supplement betreffende de Belgische en Duitse grensgebieden' : lemmata : 'Kerk te Nederweert', 'Kerk te Weert'.
In: Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg 96-97 (1960-1961) 219 en 330-332.
Inhoud: Beschrijft naast het wapenschild van Jan van der Croon en de zerk van Philips van Montmorency, graaf van Horn nog 18 grafzerken, alle in de Sint-Martinuskerk in Weert. Voor Nederweert betreft het slechts één grafzerk, twee grafkruizen en een veldkruis.
P.C. Bloys van Treslong Prins, ‘Weert’.
In: Limburg's jaarboek : "Limburg" : Provinciaal genootschap voor geschiedkundige wetenschappen, taal en kunst 24 (1918) 36-41.
Inhoud: Geeft de heraldische en persoonlijke opschriften van de schenkers van de kerkramen weer. Verder de beschrijving van de zerk voor Philips van Montmorency, graaf van Horn op het hoogkoor en een twaalftal grafzerken, alle in de Sint-Martinuskerk. Afgesloten wordt met de vermelding van de Eerste Steen voor de hervormde kerk.
Stan Smeets, ‘Sprekende Stenen in de St. Maartens-Kerk te Weert’.
In: De Maasgouw : Limburgs tijdschrift voor geschiedenis, taal- en kunst 66 (1947) 80-83.
Stan Smeets, ‘Grafschriften boven in een toren’.
In: De Maasgouw : Limburgs tijdschrift voor geschiedenis, taal- en kunst 57 (1937) 9.
Inhoud: Betreft de Eerste Steen, grafzerken en de toren van de Sint-Martinuskerk te Weert
Alfons Bruekers, 'J.A.J.M. Verspaandonk, De koorbanken van de St. Martinuskerk Weert : De koorbanken van de St. Lambertuskerk Nederweert' (Venlo, [1994], 112 blz.)'.
In: De Maasgouw : tijdschrift voor Limburgse geschiedenis en oudheidkunde 116 (1997) 240-246.
Inhoud: Deze boekbespreking vat het werk samen met nadruk op de gebeeldhouwde figuren van de koorbanken uit de zestiende, zeventiende en voor deel uit eind negentiende eeuw. De auteur geeft enkele aanvullingen en doet een suggestie voor verder onderzoek.
J.H. Winkelman, 'Duivels in de St. Martinuskerk te Weert'.
In: Weert in woord en beeld. Jaarboek voor Weert 1989 4 (1989) 66-74.
Inhoud: Over de rijke gewelfschilderingen zijn tot dusverre slechts twee artikelen verschenen. In dit eerste artikel wordt de betekenis van de duivelsvoorstellingen zowel in het algemeen als in het bijzonder beschreven. De situering van deze afbeeldingen komt eveneens aan de orde.
J.H. Winkelman, 'Gods "dierentuin" in de St. Martinuskerk te Weert'.
In: Weert in woord en beeld. Jaarboek voor Weert 1994 8 (1993) 97-106.
Inhoud: Dit tweede artikel over de gewelfschilderingen behandelt een twaalftal diervoorstellingen. Aandacht wordt ook besteed aan de symbolische afbeeldingen van de vier evangelisten.
W. Beelen en E. Caris, ‘De zestiende-eeuwse bouwcampagnes aan de Weerter Martinuskerk'.
In: De Maasgouw : tijdschrift voor Limburgse geschiedenis en oudheidkunde 114 (1995) 137-148
Inhoud: In dit artikel met vele illustraties wordt beschreven dat de kerk van Weert niet in twee maar in drie fasen is gebouwd. Daarbij komen alle bouwfasen aan de orde. De derde en laatste fase bestaat uit de meest westelijke traveeën. Er wordt daarbij vanuit gegaan, dat de tweede fase rond 1512 gereed was.
[G. Houben], ‘Sint Martinuskerk’.
In: Jaarboek Bisschoppelijk College 2 (1950) [96-103].
[W. Goossens], 'Bijdrage tot de bouwgeschiedenis der parochiekerk van Weert'.
In: De Maasgouw : orgaan voor Limburgsche geschiedenis, taal- en letterkunde 43 (1923) 70.
Inhoud: Twee artikelen. Het eerste beschrijft beknopt de geschiedenis van de parochiale kerk van Weert in de periode 1456 tot en met 1940. Het tweede bevat een afschrift van een oorkonde uit 1456. Dat betreft de handhaving van de verdeling van onderhoudskosten van het schip van de kerk tussen de beide tiendheffers van Overweert, na de uitbreiding van het koor op kosten van de inwoners.
E. Caris, ‘De bouwgeschiedenis van de St.-Martinuskerk te Weert'.
In: De Maasgouw : tijdschrift voor Limburgse geschiedenis en oudheidkunde 112 (1993) 1-26,
Inhoud: Na de oorsprong van de kerk geduid te hebben, worden de twee belangrijkste bouwfasen van de huidige kerk vanaf circa 1450 in het kort beschreven. Daarna wordt niet alleen ruim aandacht besteed aan allerlei aanbouwen aan de kerk, met name huizen, kapellen en sacristieën, maar evenzeer aan de ruimtes achter de altaren en aan de kerkvensters met hun vergroting. Afgesloten wordt met een beschouwing over twee verhogingen van de toren in 1887-1889 en 1958-1959. Schrijver betreurt dat bij de restauratie in 1970 geen diepgaand archeologisch en bouwkundig onderzoek is gedaan.
J[an] Henkens, 'De bouwgeschiedenis van de St.-Martinuskerk te Weert'.
In: De Maasgouw : tijdschrift voor Limburgse geschiedenis en oudheidkunde 87 (1968) 33-50.
Inhoud: Na de oorsprong van de kerk in relatie met de patroonheilige geduid te hebben, worden de voor 1456 afgesloten eerste bouwfase en de in 1500 begonnen tweede bouwfase aangegeven. De kerk zou volgens een onbekende bron in 1507 gewijd zijn; dit zou volgens de schrijver eerst in 1512 gebeurd zijn. Dat laatste jaar berust volgens Klaversma (klik hier) op een misverstand. De bouwmeester is niet bekend, maar kan uit Keulen afkomstig zijn. De bouwstijl komt kort aan de orde. Vervolgd wordt met de geschiedenis van de toren, die in drie fasen gebouwd werd. De bouwstijl van de eerste fase van circa 1529 wordt geschetst. Vervolgens komt de verhoging van de toren in 1887-1889 aan de orde en beëindigd wordt met een wat uitvoeriger beschrijving van de nieuwe torenspits uit 1959-1960.
Parochie
Jan Verzijl, ‘Henricus Theodorus Bisterveldt : Protonotarius-apostolicus en pastoor te Weert: 1680-1723.
In: De Maasgouw Limburgs tijdschrift voor geschiedenis, taal- en kunst 59 (1939) 16-17.
Inhoud: Biografische notities over de pastoor en zijn familie. Met het meierschap bedoelt de schrijver dat Bisterveldt meier was van het laathof van Sint Servaas in Weert en Nederweert. Met betrekking tot de ruzie Arnold Costerius en de pastoor gaat het verhaal verder. Uiteindelijk werd deze zaak naar het Hof in Roermond verwezen. Een protonotarius (notaris) was een eretitel voor verdienstelijke priesters.
Dalmatius van Heel, 'De oprichting van twee kapelanieën in de parochiale kerk te Weert in 1616'.
In: De Maasgouw : orgaan voor Limburgsche geschiedenis, taal- en letterkunde 21 (1899) 42-44.
Inhoud: Twee Latijnse brieven van Jacobus à Castro of van den Borgh, bisschop van Roermond (1611-1639) met Nederlandse samenvatting. Een aantal beneficies wordt verenigd om voldoende inkomsten voor de twee kapelaans te genereren; hun taken worden uitvoerig omschreven
P.J.M.C. Flament, 'Registrum confraternitatis B.V.Mariae te Weert, begonnen 1404'.
In: De Maasgouw, orgaan voor Limburgsche geschiedenis, taal- en letterkunde
33 (1911) 41-44, 49-52, 57-59, 65-67, 78-80, 84-85 en 92-94; 34 (1912) 4-6, 14-16,
21-23, 28-30, 37-39, 46, 54, 61-63, 70-72, 77-79, 85-88, 93-94; 35 (1913) 5-7 en 12-14.
Inhoud: Bevat het reglement, de boeken en de ledenlijst van de broeder- en zusterschap van Onze Lieve Vrouwe, opgericht in 1404. Het stamt uit verschillende perioden; het oudste deel vermoedelijk uit ca. 1425.
Het register begint met de oprichting en het reglement van de broederschap, gevolgd door de middeleeuwse bibliotheekcatalogus. (1-5)
Vervolgens komt een nieuw onderdeel met diverse rechten en plichten.
(6-7)
De ledenlijst vanaf 1404 tot ca. 1570 met een opgave van jaargetijden komt daarna. (7-57).
Pastoor Groenen (begin 17e eeuw) geeft dan een lijst van pastoors vanaf 1570-1605. Hij richt de broederschap opnieuw op in 1605, omdat deze tijdens de hervorming te niet was gegaan. Van zijn hand volgen er lijstjes van broedermeesters en priester-broeders.
Pastoor De Moor volgt hem op in 1636 en deze somt eveneens de broedermeesters uit zijn tijd op.
(57-60).
Het boek wordt afgesloten met een middeleeuwse legger van renten van 1404- ca. 1580. (60-72).
Cor Tubée, 'Historisch overzicht van de parochie Sint-Martinus te Weert en van het kerkelijk leven binnen deze parochie'.
In: Weert in woord en beeld. Jaarboek voor Weert 1999 13 (1998) 89-101.
Inhoud: Chronologisch overzicht van gebeurtenissen van de aanvang tot 1998.